RECENSIE: Black Stone Cherry - Kentucky

BSC
recensie cijfer 2016-04-03 Black Stone Cherry is een ongecompliceerde, ongenegeerde Amerikaanse hardrockband, waarbij voornamelijk de southern-rock er van af druipt. De vier mannen zijn er trots op dat ze uit Kentucky komen, iets dat je op iedere plaat terug hoort komen. Zo trots dat ze het vijfde en nieuwe album naar deze plaats vernoemd hebben, met simpelweg de titel Kentucky. Het is opmerkelijk te noemen dat ze nog niet groter zijn in ons Europa, want ieder album zit barstensvol sterke en catchy songs die het hardrockhart sneller laten kloppen. Allicht dat ze dat met deze nieuwe plaat wel gaat lukken, want ze hebben het anders aangepakt. Zo zijn ze overgestapt van het welbekende metallabel Roadrunner Records naar het meer bluesy Mascot Records. Grootse artiesten op dit label zijn onder andere Beth Hart, Black Label Society, Joe Bonamassa, maar ook Volbeat. Kortom, een label waar stevige bluesrock, met veel aandacht voor het gitaarspel, zeker de juiste aandacht krijgt die het verdiend.

Deze omschakeling is meteen in het geluid terug te horen. Black Stone Cherry klinkt rauwer, agressiever, maar bovenal vrijer. Alles wordt uit de kast getrokken om de luisteraar te overdonderen, waarbij vooral het volume flink opgeschroefd is. Alsof Zakk Wylde van Black Label Society iets te zeggen heeft gehad over de lagere stemming van de gitaren. Ook lijkt het alsof Beth Hart iets te zeggen heeft gehad in bijvoorbeeld een track als ‘Soul Machine’, waarbij een gospelkoor op de achtergrond mee doet.

Een koortje dat eveneens te horen is aan het begin van ‘Rescue Me’, waarna Alter Bridge een flinke vinger in de pap lijkt te hebben gehad. Ondanks al deze nieuwe elementen in het geluid, is het nog immer overduidelijk de band van zanger Chris Robertson. Hij zet hier met zijn stemgeluid een hele dikke stempel op. Zijn stem ligt altijd goed in het gehoor, wordt nergens vervelend, kent een country-snik, weet flink uit te halen en neigt zelfs naar schreeuwen tegen het einde van ‘In Our Dreams’.

Maar niet alles is van de band zelf op deze plaat. Opmerkelijke track van de dertien rockers is de Motown-cover van Edwin Starr’s ‘War’. Deze haal je er zelfs zonder die kennis tussen uit, omdat de opbouw duidelijk anders is als de rest. Een beetje vreemd, maar wel lekker en het past in de anti-oorlog opvatting die de band altijd door laat schemeren. ‘Hangman’ pakt hierna weer een dikke gitaargroove op zoals die bekend is van een oudere track als ‘Lonely Train’.

‘Cheaper To Drink Alone’ daarentegen is haast op Nickelback-achtige wijze geschikt voor de radio. In dit geval mag dat een compliment heten, waarmee het de diversiteit van de plaat weergeeft. Hierover gesproken, sluit Kentucky op prachtige wijze af met de ballade ‘The Rambler’, waarbij Robertson enkel met gitaar en violen te horen is. Zijn emotionele country-snik komt hiermee tot een mooie climax. Mascot Redcords heeft Black Stone Cherry een flinke set aan ballen gegeven, waarbij ze werkelijk het onderste uit de kan hebben gehaald om een weergaloze hardrockplaat neer te zetten.
Recensent:Roy Verhaegh Artiest:Black Stone Cherry Label:Mascot Records
Cover Black Mountain - IV

Black Mountain - IVNa vijf jaar geen volwaardig nieuw album werk naar buiten te hebben gebracht,...

Cover Canteca de Macao - Lugares Comunes

Canteca de Macao - Lugares Comunes Canteca De Macao , uit Madrid, begon als een band die flamenco, reggae en...

ZOEKEN IN CD-RECENSIES

 

OF SELECTEER OP GENRE, ARTIEST, LABEL, RECENSENT