RECENSIE: Cobblestone Jazz - The Modern Deep Left Quartet

Cobblestone Jazz - The Modern Deep Left Quartet
recensie cijfer 2010-04-04 Terwijl Mathew Johnson in juni een soloalbum op de markt gooit (Agents In Time zal het heten), kunnen liefhebbers van impro tech zich warmen aan The Modern Deep Left Quartet. Die naam kan bij fans van het Wagon Repair label wel een bel doen luiden, want de memorabele Babyfoot ep bracht Mathew Johnson, Danuel Tate, Tyger Dhula en Colin De La Plante (beter bekend als The Mole) drie jaar terug voor het eerst samen. Om mogelijke verwarring uit te sluiten: met dit album is De La Plante nu ook officieel lid van het kwartet dat Cobblestone Jazz is geworden.

Cobblestone Jazz: smaakvolle naam, trouwens. En toch is die hoes ook nu weer spuuglelijk. Een scan van een vogellijkje en een kinderlijk eroverheen gekliederde hiëroglyfen in bloedrood. Toch is de plaat muzikaal allerminst een dood vogeltje en ontspoort de jazzy aanpak niet in dadaïstisch gepriegel. Alleen: The Modern Deep Left Quartet klinkt nèt niet zo mooi als ze getiteld is.

‘Chance Dub’ – je kan het nummer kennen van de eerste outtake van de plaat- is wulpse, sfeervolle dubtech, vol mistige, raadselachtige synths. Alsof je op een Berlijnse dansvloer staat, en het hoofd zich vult met de sfeervolle flow van Canadese techno met klasse. ‘Sun Child’ switcht slim naar punchier clubtech. Wie Aril Brikha, Dan Curtin of Bruno Pronsato op hun jazziest kan smaken, heeft hier ook een kluif aan. Vervolgens –de plaat is opgevat als een doorlopende mix- klopt ‘Mr Polite’ aan, maar vergis je niet: erg welopgevoed is ie niet, met z’n potige, jagende bas en bronstige voco tricks. Niet dat het zielloos klinkt, maar een stuk minder charmant is het daarmee plots wel. Ook ‘Cromagnon man’ klinkt... nouja, primitiever, met z’n hoekige electrobass ritme. En net als op voorganger ’23 Seconds’ wordt alles hier en daar ook een beetje aangedikt met een donkere fade out. ‘Fiesta’ knoopt weer aan met diezelfde debuutplaat: microfunk met live feel, en een twijfelende bas. Om met ‘Children’ toch weer punten te verliezen met vocoders die uitschuiven over een ongeïnspireerde bass shuffle. Zo contrasteert de live impro feel met een iets te monotone basis. ‘Chance’ laat pas echt horen hoe de harten van het viertal in sync kloppen: een bluesy softjazz feel, de verwarming hoog en Tate’s reverbed Fender Rhodes die krols gaat spinnen over Mathew’s gelaagde percussie en Tyger’s liefde voor Blue Note seventies verbindt met de hi-tech trickery van De La Plante. Om met een ballade af te sluiten in het sloppy ‘Midnight Sun’.

Voor wie zich zorgen zou maken: met de doorgaans lange tracks wordt nog steeds gemikt op de dansvloer. Maar het mooiste aan deze plaat is toch de belofte voor later.
Recensent:Mario De Block Artiest:Cobblestone Jazz Label:Pias
The Rudolfs – Streets Of Glass

The Rudolfs - Streets of GlassStel, je bent op de koffie bij een van de leden van The Rudolfs . Terwijl...

Mezcalectric - Gold Sputtered Membranes

Mezcalectric - Gold Sputtered Membranes Southern Rock is wat Mezcalectric maakt. De band ontstond als Gold...

ZOEKEN IN CD-RECENSIES

 

OF SELECTEER OP GENRE, ARTIEST, LABEL, RECENSENT