RECENSIE: Johnny Dowd - Family Picnic

Dowd
recensie cijfer 2019-10-09 Al ruim dertig jaar behoort Johnny Dowd tot de gevestigde orde van de rootsmuziek, van de alternatieve country of dat wat wij tegenwoordig beter kennen als Americana. Maar ondanks de prachtige loftuitingen die er zoal over hem zijn geschreven, heeft Dowd nog nooit een groot publiek voor zijn muziek weten te bereiken. Niet vreemd als je bedenkt dat de eigenzinnige muzikant er werkelijk alles aan doet om maar niet de reeds geplaveide wegen te bewandelen. Geniale maar dikwijls bizarre spitsvondigheden en wereldvreemde avonturen in tekst en muziek maken het de luisteraars nu niet gemakkelijk. Vooral op het vorig jaar verschenen Twinkle, Twinkle leek Dowd behoorlijk de weg kwijt te zijn. Al eerder werden door hem de scherpe randjes en de viezige kantjes van de rootsmuziek opgezocht. Dat de drank en drugs daarbij een rol speelden lijkt waarschijnlijk. De vertroebelde blik maakte zijn muziek en zijn teksten echter echter altijd fascinerend. Om de sfeer te optimaliseren zocht hij regelmatig een inspirerende omgeving op. Zo begon hij ooit met schrijven in het kantoor van zijn verhuisbedrijfje, maar maakte hij later ook eens gebruik van een studio waarvan de muren volledig waren voorzien van overlijdensberichten. Maffe onderwerpen en thema’s als ‘moord’, ‘dood’ en ook de trieste kanten van de liefde werden altijd al graag bezongen door de ooit in Texas geboren, maar tegenwoordig in New York woonachtige muzikant. Wie dacht dat Dowd zijn wilde haren inmiddels wel kwijt zou zijn geraakt in de loop van de tijd, en zo’n vijftien studioalbums later, komt bedrogen uit.

Op het eerder dit jaar verschenen Family Picnic horen we hem namelijk weer op de zijn zo bekende zwartgallige wijze. Na eerst de luisteraar op het verkeerde been te hebben gezet met de vreemde instrumentale opener ‘Hoodoo’, volgt een even zo merkwaardige wals, waarin Johnny stoeit met distortion en andere gruizige tonen die je uit een elektrische gitaar kunt toveren. ”I was never the man of your dreams” klinkt het vals, maar zeer gemeend gezongen. In het donkere ‘Vicksburg’ lijkt het zelfs of Tom Waits tijdens het opnemen de studio is komen binnensluipen. De Amerikaanse Burgeroorlog wordt hier op wel heel bijzondere wijze beschreven. Angstaanjagend is het, zonder enige remming. Het is typerend voor Dowd waarvan je je nauwelijks kunt voorstellen dat hij inmiddels de zeventig jaar is gepasseerd. Met puntig gitaarwerk en elektronische beats rapt hij zich door ‘Shameless’ en begeeft hij zich tijdens ‘Walking The Floor’ in een vreemde duistere wereld. Met vocale hulp van Kim Sherwood-Caso en ondersteund door Michael Edmondson op gitaar en xylorimba, een bijzonder slaginstrument, neemt Dowd de luisteraar mee in normale, alledaagse gebeurtenissen zoals een familie-picknick, maar is niets zoals het lijkt dat het is. Vrijwel alles ontaardt in een surrealistische toestand en lijkt genialiteit en waanzin heel nauw met elkaar verwant. Hartstochtelijk gezongen is de lieve ode aan gospelzanger Thomas Dorsey door Dowd die, hoe tegenstrijdig ook, zich altijd voornamelijk met Duivelse muziek heeft ingelaten. Ondanks de goede bedoelingen klinkt ‘Let’s Have A Party’ weliswaar uitnodigend, maar wij slaan deze uitnodiging liever af en genieten op afstand van de muzikale capriolen van deze bijzondere veteraan op deze zeer interessante Family Picnic.
Recensent:Jeroen Bakker Artiest:Johnny Dowd Label:Mother Jinx Records
Cover Atomic - Pet Variations

Atomic - Pet VariationsScandinavië heeft niets te klagen over de huidige jazzscene. Sterker nog: het...

Cover Ketil Bjornstad - Hun Som Kjenner Tristheten Ved Ting

Ketil Bjornstad - Hun Som Kjenner Tristheten Ved Ting De Noorse Ketil Bjørnstad staat al vijftig jaar lang bekend als een begaafd...

ZOEKEN IN CD-RECENSIES

 

OF SELECTEER OP GENRE, ARTIEST, LABEL, RECENSENT