RECENSIE: Kingdom Come - Outlier

Cover Kingdom Come - Outlier
recensie cijfer 2013-04-26 Wie in de jaren tachtig de hardrock een warm hart toedroeg, kent ongetwijfeld Kingdom Come nog wel. De band had een wereldhit met ‘What Love Can Be’. De “serieuze” pers deed de band af als een Led Zeppelin-kloon, wat voornamelijk kwam door het stemgeluid van frontman en bandleider Lenny Wolf, welke sprekend op die van Robert Plant lijkt. Die pers deed daarmee Kingdom Come ruim te kort, want het naamloze debuut uit 1988 is nog steeds een hardrock-klassieker. Wolf heeft natuurlijk allang bewezen goede songs te kunnen schrijven en doet dat al elf albums lang. Ook op Outlier, het twaalfde studioalbum, laat Wolf horen dat Kingdom Come nog bijzonder goed mee kan komen.

Hoewel de naam Kingdom Come nog steeds suggereert dat we met een band te maken hebben, is de Duitse “groep” in feite steeds meer een soloproject van Lenny Wolf geworden. De Duitser heeft op zijn nieuwste plaat alles zelf gedaan. Alleen de gitaarsolo’s zijn ingespeeld door Eric Forster. Zelfs voor de productie heeft de alleskunner getekend. De plaat is vanzelfsprekend opgenomen in Lenny’s eigen studio in Hamburg.

Voor grote veranderingen hoef je niet bij Wolf aan te kloppen, want ook op Outlier horen we de bekende broeierige hardrock met een hoog bluesrock gehalte. Zo komen we dan toch weer uit bij de overbekende Led Zeppelin vergelijkingen. Maar wat kan het donderen, zolang Wolf zulke catchy nummers blijft schrijven. Na één keer draaien beginnen de nummers je alweer eigen te worden, zoals het met alle Kingdom Come-platen gaat eigenlijk, en heeft die Wolf je toch weer mooi in zijn macht.

De tien songs klokken iets mee dan veertig minuten en hebben vaak een slepend karakter. Maar het is juist dat slepende en dreigende dat de muziek van onze Duitse vriend zo verslavend maakt. Ballad-achtige nummers als ‘Don’t Want You To Wait’ en dreigende songs als ‘Skip The Cover And Feel’ en ‘Holy Curtain’ zijn gewoon bloedmooi en spannend. Gelukkig kan Wolf ook wat steviger rocken zoals in het modern klinkende en van een opvallend zware riff voorzien ‘Such A Shame’. Of in het wat snellere ‘The Trap Is Alive’, dat een pittig basloopje bevat dat behoorlijk om aandacht vraagt.

Moderniteiten hoeven we niet te verwachten van Kingdom Come, maar enige elektronica geeft de muziek hier en daar een eigentijds tintje. Zo is er het waanzinnig mooie ‘Rough Ride Ralleye’ dat met wat heuse trance-invloeden bijna dansbaar is. Maar ook de bloedmooie afsluiter ‘When Colors Break The Grey’ bevat een stevige dosis elektronica, waardoor het nummer behoorlijk opvalt.

Waar Wolf vroeger nogal vaak de liefde bezong, daar wil hij tegenwoordig nog wel eens kritisch zijn op godsdienst en maatschappij, al is de liefde ook nog steeds een graag geziene gast in de teksten van Lenny Wolf. Het neem allemaal niet weg dat, ondanks een volkomen gebrek aan originaliteit, Kingdom Come er weer in geslaagd is een album af te leveren waar de repeat knop voor uitgevonden is. Vakmanschap heet dat!
Recensent:Jan Didden Artiest:Kingdom Come Label:SPV
Cover Bluey - Leap Of Faith

Bluey - Leap Of FaithNa vijftien albums met zijn oorspronkelijke band Incognito, bekend van hits...

Cover Young Galaxy - Ultramarine

Young Galaxy - Ultramarine Nu de Zweedse band Studio al enkele jaren tot de verleden tijd behoort, heeft...

ZOEKEN IN CD-RECENSIES

 

OF SELECTEER OP GENRE, ARTIEST, LABEL, RECENSENT