VERSLAG: Villagers - 14/6 - Paradiso

VERSLAG:

Villagers

Het moet raar zijn voor een band om twee keer in drie maanden tijd in precies dezelfde zaal te spelen. Zeker als de zaal bij het tweede concert nog maar half zo gevuld is als dat het geval was bij het eerste optreden. Het overkwam de heren van Villagers. Wie wel was komen kijken, kreeg een meer dan prima optreden voorgeschoteld.

Villagers is het geesteskind van de Ierse Conor O’Brien. De jonge band heeft een indrukwekkend CV. Zo stond het vijftal al in het voorprogramma spelen van Neil Young, Tracy Chapman en Tindersticks, Ook mocht men enkele nummers spelen in het befaamde “Later... With Jools Holland”. Ditmaal kwam de band zich, na een succesvol optreden op London Calling, wederom bewijzen in de bovenzaal van Paradiso.

Conor O’ Brien is iemand die je op straat zo voorbij zou lopen. Een klein, schuchter ogend mannetje. Zodra de Ier zijn gitaar ter hand neemt en de eerste noten zingt, blijkt echter dat Conor O’Brien weldegelijk speciaal is. Beginnend met opener ‘The meaning of the ritual’, valt meteen één ding op. Het klinkt allemaal een stuk beter dan het optreden op London Calling. De band heeft ditmaal haar eigen instrumenten meegenomen en maakt daar dankbaar gebruik van.

Beginnend als mooi, rustig folkliedje, enkel leunend op de akoestische gitaar van O’Brien, verandert ‘The meaning of the ritual’ steeds meer in een samenspel van elektrische gitaar, piano, en duidelijk aanwezige drums. Dat trucje herhaalt de band meermaals, waarbij vooral prijsnummer ‘Pieces’ een vermelding verdient. O’Brien introduceert het nummer als “a blues song”. Het liedje begint met een rustig, inderdaad blues-achtig, pianointro, maar zwelt heel geleidelijk aan tot een enorme climax. Zelfs Arcade Fire zou jaloers zijn op deze immense geluidschaos.

De frontman blijkt er echter geen enkele moeite mee te hebben het wat rustiger aan te doen. De gehele band, behalve O’Brien zelf en de pianist, verlaat na ‘Pieces’ het podium. Hierna spelen de achtergebleven twee een semi-akoestische versie van ‘To be counted among men’, een rechttoe, rechtaan folknummer.

Later in de set blijkt dat O’Brien meer kan bespelen dan alleen zijn akoestische gitaar. Tijdens ‘I saw the dead’ neemt hij plaats achter de piano, om daar een indrukwekkend staaltje pingelen te laten zien. Afsluitend met het rustige ‘The sun is hanging from a string’ heeft de band, samen met een tweetal nummers van de in eigen beheer uitgebrachte EP, integraal het hele debuutalbum Becoming a Jackal gespeeld.

Eén hinderlijk puntje van Villagers viel behoorlijk op. Op cd blijkt al dat de band het lastig vindt een outro voor haar nummers te verzinnen. Enkele songs houden er, zo lijkt het althans, in het midden van een jam mee op. Datzelfde probleem speelt ook tijdens de liveshow, waar dat net wat hinderlijker is. Je vraagt je af hoe het kan dat een band met zulke creatieve songs van begin tot net voor het einde, deze niet tot een bijpassend slot weet te brengen.

Villagers is een band die het niet moet hebben van haar show, maar van haar unieke sound. De vraag is of de band zich met deze sound populair kan maken bij een groter publiek dan een halflege kleine zaal van Paradiso. Of dat een probleem is, valt echter te betwijfelen. De jongens leken het enorm naar hun zin te hebben in deze bezetting en waren meer dan tevreden met het aanwezige publiek. Dat publiek reageerde overigens ook erg enthousiast op de band, wat ongetwijfeld meespeelde in het enthousiasme van de artiesten. Deze zomer is de band nog te zien op Haldern Pop, en in de wandelgangen werd gefluisterd dat terugkomst naar Amsterdam voor het einde van het jaar zeer waarschijnlijk zou zijn, alsook een optreden op Pukkelpop. Allemaal optredens om absoluut naar uit te kijken, want live staat de band huis.

 

HIT SQUAD - 5/6 - HEDONDat Zwolle goed is in het boeken van oldscool hiphop acts bewees het al...

AURA DIONE - 11/6 - PARADISO Het is ladies-night in de Amsterdamse poptempel Paradiso, met de Australische...